Handelingen van apostelen 26:1-32
Voetnoten
Aantekeningen
richting van onze godsdienst: Of ‘sekte van onze vorm van aanbidding’. (Zie aantekening bij Han 24:5.)
heilige dienst voor hem te doen: De basisbetekenis van het Griekse werkwoord latreuo is ‘dienen’. In de Bijbel duidt het meestal op dienst voor God, dienst die verband houdt met de aanbidding van hem (Mt 4:10; Lu 2:37; 4:8; Han 7:7; Ro 1:9; Fil 3:3; 2Ti 1:3; Heb 9:14; 12:28; Opb 7:15; 22:3) of dienst in het heiligdom of de tempel (Heb 8:5; 9:9; 10:2; 13:10). In sommige contexten kan de term dus ook worden weergegeven met ‘aanbidden’. In enkele gevallen wordt de term gebruikt in verband met valse aanbidding — het dienen of aanbidden van dingen die geschapen zijn (Han 7:42; Ro 1:25). In sommige vertalingen van de Griekse Geschriften in het Hebreeuws (in App. C4 J14-17 genoemd) staat ‘Jehovah te dienen (aanbidden)’.
de Nazarener: Zie aantekening bij Mr 10:47.
mijn stem (...) uitgebracht: Lett.: ‘een kiezelsteen (...) geworpen’, dat wil zeggen een kiezelsteen die werd gebruikt bij het stemmen. Het Griekse psefos duidt op een steentje en is in Opb 2:17 met ‘kiezelsteen’ vertaald. Kiezelstenen werden bij rechtbanken gebruikt om een vonnis te vellen of om iemand schuldig of onschuldig te verklaren: de zwarte kiezelstenen om iemand schuldig te verklaren of te veroordelen, de witte om iemand onschuldig te verklaren of vrij te spreken.
in het Hebreeuws: Zie aantekening bij Jo 5:2.
tegen de prikkel te blijven stoten: Een prikkel is een stok met een scherpe punt die wordt gebruikt om een dier aan te porren (Re 3:31). ‘Tegen de prikkel stoten’ is een uitdrukking uit de Griekse literatuur en is gebaseerd op het beeld van een koppige stier die zich tegen het porren met de prikkel verzet door ertegenaan te stoten, waarbij hij zichzelf alleen maar verwondt. Saulus gedroeg zich op een vergelijkbare manier voordat hij christen werd. Door tegenstand te bieden aan Jezus’ volgelingen, die Jehovah’s steun hadden, liep Paulus het risico ernstig letsel op te lopen. (Vergelijk Han 5:38, 39; 1Ti 1:13, 14.) In Pr 12:11 worden ‘ossenprikkels’ in figuurlijke zin gebruikt voor de woorden van een wijze, omdat ze de luisteraar aansporen raad op te volgen.
berouw: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt kan letterlijk worden weergegeven met ‘van gedachten veranderen’, wat een verandering in denken, instelling of doel kan inhouden. In deze context wordt de aansporing om berouw te hebben in verband gebracht met zich tot God keren en wordt dus gedoeld op iemands band met God. Iemand die echt berouw heeft, moet werken doen die bij berouw passen. Met andere woorden, uit zijn daden moet blijken dat er echt een verandering van denken of instelling heeft plaatsgevonden. (Zie aantekeningen bij Mt 3:2, 8, Lu 3:8 en Woordenlijst.)
een christen: Zie aantekening bij Han 11:26.
caesar: Of ‘de keizer’. In die tijd regeerde Nero als keizer van Rome. Zijn bestuur begon in 54 en eindigde in 68, toen hij zelfmoord pleegde op de leeftijd van ongeveer 31 jaar. Alle verwijzingen naar caesar in Handelingen 25-28 slaan op Nero. (Zie aantekeningen bij Mt 22:17, Han 17:7 en Woordenlijst.)