Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

LIED 25

Zijn speciale bezit

Zijn speciale bezit

(1 Petrus 2:9)

  1. 1. God heeft gezalfde zonen,

    een volk dat hem trouw aanbidt,

    dat hij kocht uit de mensen,

    zijn speciale bezit.

    (REFREIN)

    Uit liefde, zo dankbaar

    eren zij loyaal uw naam.

    U heeft hen gekozen

    en nam hen als eigen zonen aan.

  2. 2. God riep hen uit het duister

    en zei: Jullie zijn van mij,

    als een heilige natie

    die mijn licht nu verspreidt.

    (REFREIN)

    Uit liefde, zo dankbaar

    eren zij loyaal uw naam.

    U heeft hen gekozen

    en nam hen als eigen zonen aan.

  3. 3. Zij zoeken and’re schapen

    — dat werk werd hun toevertrouwd —

    onder leiding van Jezus,

    die heel veel van hen houdt.

    (REFREIN)

    Uit liefde, zo dankbaar

    eren zij loyaal uw naam.

    U heeft hen gekozen

    en nam hen als eigen zonen aan.