Als katten verwilderen
Als katten verwilderen
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN AUSTRALIË
LANGZAAM beweegt het roofdier zich naar voren, zijn kop bijna op de grond. Hij besluipt zijn prooi en verliest die geen moment uit het oog. Even wacht hij, zijn poten gekromd onder zijn lijf. Spieren sidderen onder een geelbruine vacht. Dan schiet hij als een pijl uit de boog op het verschrikte slachtoffer af. Met een haal van zijn geklauwde poot grijpt de kat zijn slachtoffer en drukt het op de grond.
De lokatie van deze strijd op leven en dood is niet Afrika, maar Australië. Het lenige dier is geen indrukwekkende leeuw, maar gewoon een verwilderde kat. Australië telt zo’n twaalf miljoen verwilderde katten. Ze struinen rond in de tropische oerwouden van de noordelijke kaap, op de koele toppen van de zuidelijke bergen en in de verzengende woestijnvlakten van het binnenland.
Wat is een verwilderde kat?
De verwilderde katten van Australië zien eruit als huiskatten, want daar stammen ze ook van af. Hun vacht heeft dezelfde kleuren — zwart, wit, grijs, roodachtig — en dezelfde patronen, zoals gevlekt, effen of gestreept. Maar bij verwilderde katten zijn de nek- en schouderspieren vaak beter ontwikkeld dan bij hun tamme tegenhangers. Een mannetje weegt tussen de drie en zes kilo en een vrouwtje tussen de twee en vier kilo. Terwijl huiskatten voornamelijk op mensen zijn aangewezen, hebben verwilderde katten helemaal niemand nodig en gaan ze het contact met mensen uit de weg.
De voorouders van deze verwilderde katten kwamen met de eerste Europese kolonisten mee naar Australië, en in de negentiende eeuw verspreidden de katten zich over het hele continent. Veel katten ontsnapten en gingen in de vrije natuur leven. Andere werden aan het eind van de negentiende eeuw met opzet vrijgelaten om de konijnenplaag, die de weilanden aantastte, tegen te gaan. De katten pasten zich al gauw aan hun nieuwe leefomgeving aan en werden onder de vele niet-inheemse diersoorten van Australië een van de meest voorkomende. Tegenwoordig leven er overal in Australië en op veel van de eilandjes eromheen verwilderde katten.
Een dier met een enorm aanpassingsvermogen
Verwilderde katten zijn erg vruchtbaar. Een vrouwtje zal vaak al voordat ze een jaar oud is, een nest van wel zeven jongen hebben geworpen. Daarna zal ze elk jaar drie keer een nest hebben, met vier tot zeven jongen per worp. En ze zal tijdens haar hele levensduur van zeven of acht jaar vruchtbaar blijven. Als één verwilderde kat elk jaar slechts drie vrouwelijke en drie mannelijke jongen zou werpen, en haar dochters hetzelfde zouden doen, zou ze binnen zeven jaar een paar duizend nakomelingen kunnen hebben.
Maar om in het hete klimaat van Australië te overleven, is meer nodig dan alleen grote aantallen. De katten jagen vaak in de koelte van de avond of ’s morgens vroeg. Ze vermijden de hitte van de dag door in holle boomstammen of konijnenholen te slapen. En ze hebben zelfs de onherbergzaamste woestijnen veroverd omdat ze geen water hoeven te drinken om te kunnen overleven: ze kunnen al het vocht dat ze nodig hebben uit het vlees van hun prooi halen.
Verwilderde katten zijn ook wat hun voedsel betreft flexibel. Hoewel ze de voorkeur geven aan konijn, „doden en eten de katten ruim 100 inheemse Australische vogelsoorten, 50 zoogdier- en buideldiersoorten, 50 reptielensoorten en talloze kikkers en ongewervelde diersoorten”, aldus de New South Wales National Parks and Wildlife Service. En ze hebben een geweldige eetlust. Een mannetje zal elke dag naar verhouding tussen de 5 en 8 procent van zijn gewicht eten. Een vrouwtje dat jongen grootbrengt, zal dagelijks tot wel 20 procent van haar gewicht eten. Op een geïsoleerd eiland verorberden slechts 375 katten in één jaar tijd 56.000 konijnen en 58.000 zeevogels.
De meeste inheemse dieren in Australië zijn voor de verwilderde kat geen partij. Volgens het milieublad Ecos is het denkelijk aan de roofzucht van de verwilderde katten te wijten „dat programma’s om bedreigde zoogdieren opnieuw in het dorre Australië uit te zetten weinig succesvol zijn geweest”.
Huisdier of plaag?
Sinds de tijd van het oude Egypte zijn katten al populaire huisdieren. In Australië heeft 37 procent van alle huishoudens ten minste één kat. Veel van die katten zijn niet gesteriliseerd of gecastreerd, en ongewenste katjes worden soms in het dichtstbijzijnde natuurgebied gedumpt, waar ze opgroeien, paren en zorgen voor toename van de kattenpopulatie.
Om te voorkomen dat een lief huisdier verandert in een plaag voor de omgeving doet de National Parks and Wildlife Service in Australië de volgende aanbeveling: Houd uw kat vooral ’s nachts binnen. Zorg voor voldoende voedsel. Geef uw kat een halsband met een identificatiepenning, of laat bij het dier een microchip implanteren. Bind hem drie grote bellen om als waarschuwing voor de dieren in de natuur. Laat uw kat steriliseren of castreren. Zet een speciale schutting om uw tuin zodat uw kat er niet uit kan.
Het kost tijd en geld om die suggesties op te volgen. Maar voor Australische kattenliefhebbers is dat het allemaal wel waard.
[Illustratie op blz. 20]
Een van de twaalf miljoen verwilderde katten in Australië
[Verantwoording]
Joel Winter/NSW National Parks and Wildlife Service, Australia
[Illustratieverantwoording op blz. 21]
With permission of The Department of Natural Resources and Mines