Kan ik al op mezelf wonen?
Jonge mensen vragen
Kan ik al op mezelf wonen?
„Soms heb ik het gevoel dat mensen op me neerkijken omdat ik negentien ben en nog steeds thuis woon. Alsof ik pas volwassen ben wanneer ik op mezelf woon.” — Katie *.
„Ik ben bijna twintig, en ik baal ervan dat ik zo weinig over mijn eigen leven te zeggen heb. Ik heb erover gedacht uit huis te gaan omdat ik het zat ben dat mijn ouders geen rekening houden met wat ik wil en het altijd beter weten.” — Fiona.
LANG voordat je er klaar voor bent om uit huis te gaan, wil je misschien al op eigen benen staan. Dat is heel normaal. Het was Gods bedoeling dat jongeren als ze volwassen waren uiteindelijk hun vader en moeder zouden verlaten en zelf een gezin zouden stichten (Genesis 2:23, 24; Markus 10:7, 8). Maar betekent het feit dat je naar meer vrijheid snakt dat het tijd is om op jezelf te gaan wonen? Misschien wel. Hoe kun je weten wanneer je er echt klaar voor bent om uit huis te gaan? We gaan eens kijken naar drie belangrijke vragen die je daarvoor moet beantwoorden. De eerste is . . .
Wat zijn mijn motieven?
Hier vind je een lijst met motieven waarom je uit huis zou willen. Nummer ze op volgorde van belangrijkheid.
․․․ Problemen thuis ontvluchten
․․․ Meer vrijheid
․․․ Meer status bij mijn vrienden
․․․ Een vriend(in) heeft een flatgenoot nodig
․․․ Vrijwilligerswerk doen in een andere plaats
․․․ Ervaring opdoen
․․․ Geen financiële last voor mijn ouders zijn
․․․ Anders ․․․․․
Deze redenen zijn op zich niet verkeerd. Maar je motief om uit huis te gaan, kan bepalen hoe gelukkig je zult zijn als je eenmaal bij je ouders weg bent. Als je bijvoorbeeld alleen maar weggaat om de problemen thuis te ontlopen of om meer vrijheid te hebben, zou het allemaal weleens behoorlijk kunnen tegenvallen!
Danielle heeft een tijdje ergens anders gewoond toen ze twintig was, en ze heeft daar veel van geleerd. „Iedereen heeft met bepaalde beperkingen te maken. Als je op jezelf woont, word je beperkt door je werkschema of doordat je niet veel geld hebt.” Carmen, die een
halfjaar naar het buitenland ging, vertelt: „Ik vond het heel leuk, maar vaak had ik het gevoel dat ik geen vrije tijd had! Ik moest het huishouden doen — de flat schoonmaken, dingen repareren, onkruid weghalen, kleren wassen, vloeren schrobben, en ga zo maar door.”Misschien krijg je inderdaad wat extra vrijheid als je uit huis gaat, en misschien krijg je meer status bij je vrienden. Maar veel dingen komen nu wel op jou neer: de rekeningen betalen, eten koken, het huis schoonmaken en jezelf vermaken als er geen familie of vrienden bij je zijn. Laat je dus niet door anderen overhalen tot een overhaaste beslissing (Spreuken 29:20). Zelfs als je goede redenen hebt om uit huis te gaan, is er meer nodig dan goede voornemens. Je moet voor jezelf kunnen zorgen, en dat brengt ons bij de tweede vraag . . .
Ben ik er klaar voor?
Op jezelf gaan wonen is te vergelijken met een trektocht door een natuurgebied. Zou je er zomaar op uit trekken zonder dat je weet hoe je een tent opzet, vuur maakt, eten kookt of een kaart leest? Vast niet! Toch gaan veel jongeren uit huis terwijl ze maar amper weten hoe ze een huishouden moeten runnen.
De wijze koning Salomo zei dat ’wie verstandig is, op elke stap let’ (Spreuken 14:15, De Nieuwe Bijbelvertaling). De volgende punten kunnen een hulp zijn om erachter te komen of je er klaar voor bent om op jezelf te wonen. Zet een ✔ naast de dingen die je al kunt en een X naast de dingen die je nog moet leren.
◯ Met geld omgaan Serena (19) zegt: „Ik heb nog nooit zelf voor iets hoeven te betalen. Ik zie ertegen op om uit huis te gaan en zelf m’n geld te beheren.” Hoe kun je leren om goed met geld om te gaan?
Een Bijbelspreuk zegt: „Een wijze zal luisteren en meer onderricht in zich opnemen” (Spreuken 1:5). Vraag je ouders eens hoeveel je per maand kwijt zou zijn aan de huur of hypotheek, het eten en de auto of het openbaar vervoer. Laat je ouders je dan leren hoe je een budget opstelt en de rekeningen betaalt. Waarom is het belangrijk om te leren je aan een budget te houden? Kevin (20) zegt: „Als je eenmaal op jezelf woont, krijg je vaak met onverwachte kosten te maken. Als je niet oppast, moet je je helemaal kapotwerken om je schulden af te betalen.”
Wil je weten of je het echt kunt? Geef je ouders als je een baan hebt, eens een tijdlang het totale bedrag dat je maandelijks kwijt zou zijn aan eten, huur en andere kosten. Als je niet voor je eigen kosten kunt of wilt betalen terwijl je nog thuis woont, ben je ook niet goed voorbereid om op jezelf te gaan wonen (2 Thessalonicenzen 3:10, 12).
◯ Het huishouden doen Brian (17) ziet er vooral tegen op om als hij uit huis gaat zelf zijn was te doen. Hoe weet je of je echt voor jezelf kunt zorgen? Aron (20) geeft de volgende tip:
„Probeer eens een week lang te doen alsof je al op jezelf woont. Eet alleen maaltijden die je zelf klaarmaakt met ingrediënten die je met je eigen geld gekocht hebt. Draag kleren die je zelf gewassen en gestreken hebt. Neem zelf het schoonmaakwerk voor je rekening. En probeer zelf te komen waar je moet zijn zonder dat je met iemand meerijdt.” Die tip opvolgen heeft twee voordelen: (1) je leert voor jezelf te zorgen en (2) je krijgt meer waardering voor het werk dat je ouders doen.◯ Met mensen omgaan Kun je goed met je ouders en je broers en zussen opschieten? Als dat niet zo is, denk je misschien dat het makkelijker is om bij een vriend(in) in te trekken. Dat kan zo zijn. Maar sta eens stil bij wat Eve (18) zegt: „Twee vriendinnen van me gingen samen in een flat wonen. Voor die tijd waren ze dik bevriend, maar een flat delen was geen succes. De een was netjes, de ander slordig. De een was geestelijk gezind, de ander niet echt. Het ging gewoon niet!”
Erin (18) wil graag uit huis. Toch zegt ze: „Je kunt veel leren over hoe je met anderen moet omgaan terwijl je nog thuis woont. Je leert om problemen op te lossen en om te geven en te nemen. Ik heb gemerkt dat jongeren die uit huis gaan omdat ze het niet goed met hun ouders kunnen vinden, leren conflicten uit de weg te gaan in plaats van ze op te lossen.”
◯ Persoonlijke geestelijke routine Sommigen gaan uit huis met het doel onder het geloof van hun ouders uit te komen. Anderen hebben wel het plan om aan een routine van Bijbellezen en aanbidding vast te houden, maar het lukt ze niet. Hoe kun je voorkomen dat je geloof ’schipbreuk lijdt’? (1 Timotheüs 1:19)
Neem niet zomaar het geloof van je ouders over. Jehovah God wil dat we zelf nagaan of de dingen die we geloven waar zijn (Romeinen 12:1, 2). Zorg er daarom voor dat je een goede persoonlijke routine van Bijbelstudie en aanbidding hebt, en houd daaraan vast. Zet je schema hiervoor eens op de kalender en kijk of je je daar een maand aan kunt houden zonder dat je ouders je eraan moeten herinneren.
De derde vraag om bij stil te staan is . . .
Wat is mijn doel?
Sommigen gaan uit huis omdat ze op de vlucht zijn voor problemen of onder de regels van hun ouders uit willen. Ze concentreren zich op wat ze achterlaten en niet op waar ze heen gaan. Maar die benadering is net zo onverstandig als proberen auto te rijden met je ogen gericht op de achteruitkijkspiegel. Als een bestuurder kijkt naar wat hij achter zich laat, ziet hij niet wat hij voor zich heeft. De les? Het is belangrijk om je niet alleen te richten op uit huis gaan, maar je ook te concentreren op een doel dat de moeite waard is.
Sommige jonge volwassenen onder Jehovah’s Getuigen zijn verhuisd om te prediken in een afgelegen gebied in hun eigen land of in het buitenland. Anderen verhuizen om bij de bouw van plaatsen van aanbidding te helpen *
of om op een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen te werken. Weer anderen willen graag een tijdlang op zichzelf wonen voordat ze gaan trouwen.Schrijf hier een doel op dat je wilt bereiken door uit huis te gaan. ․․․․․
Er zijn jongeren die te lang thuis blijven wonen, niet zelfstandig genoeg worden en niet echt leren om voor zichzelf te zorgen. Maar het is belangrijk om geen overhaaste beslissing te nemen. Denk er goed over na. Een Bijbelspreuk luidt: „De plannen van de ijverige mens leveren iets op, maar ieder die zich overhaast krijgt gebrek” (Spreuken 21:5, Willibrordvertaling). Luister naar de adviezen van je ouders (Spreuken 23:22). Leg de beslissing voor in gebed. En pas de Bijbelse principes toe die hier besproken zijn.
De vraag is dus niet ’Kan ik al op mezelf wonen?’ maar ’Kan ik al mijn eigen huishouden runnen?’ Als het antwoord op de laatste vraag ja is, dan is het misschien tijd om uit huis te gaan.
Meer artikelen uit de „Jonge mensen vragen”-serie vind je op www.watchtower.org/ypo
[Voetnoten]
^ ¶3 Sommige namen in dit artikel zijn veranderd.
^ ¶33 In sommige culturen is het gebruikelijk dat kinderen, en vooral dochters, tot hun huwelijk thuis blijven wonen. De Bijbel geeft hier geen specifieke raad over.
OM OVER NA TE DENKEN
● Welke voordelen kan het hebben om een tijdlang thuis te blijven wonen, zelfs als je thuissituatie niet makkelijk is?
● Wat kun je terwijl je thuis woont doen waar je familie voordeel van heeft en waardoor je je voorbereidt op het runnen van je eigen huishouden?
[Kader/Illustraties op blz. 11]
WAT ANDERE JONGEREN ZEGGEN
„Als je ouders je verantwoordelijkheden geven die je ook zult hebben als je op jezelf woont, dan is thuis wonen een veilige manier om te leren hoe je later voor jezelf kunt zorgen.”
„Het is normaal dat je op eigen benen wilt staan. Maar als je uit huis wilt omdat je onder regeltjes uit wilt komen, dan bewijst dat alleen maar dat je er nog niet echt aan toe bent.”
[Illustraties]
Sarah
Aron
[Kader op blz. 13]
VOOR DE OUDERS
Serena, die in bovenstaand artikel wordt geciteerd, ziet ertegen op om uit huis te gaan. Ze noemt een van de redenen: „Als ik iets van mijn eigen geld wil kopen, mag dat niet van mijn vader. Hij zegt dat dat zijn taak is. Daarom vind ik het een eng idee om zelf mijn rekeningen te moeten betalen.” Serena’s vader bedoelt het vast goed, maar denkt u dat hij zijn dochter zo helpt zich voor te bereiden op het runnen van een eigen huishouden? — Spreuken 31:10, 18, 27.
Voedt u uw kinderen te beschermd op en zijn ze er daardoor niet klaar voor om op zichzelf te wonen? Hoe komt u daarachter? Sta nog eens stil bij de vier punten uit het artikel, maar nu vanuit het perspectief van u als ouder.
Met geld omgaan. Weten uw kinderen als ze al wat ouder zijn hoe ze een belastingformulier moeten invullen of hoe het zit met de belastingwetten? (Romeinen 13:7) Weten ze hoe ze met een pinpas of creditcard moeten omgaan? (Spreuken 22:7) Kunnen ze een budget opstellen en rondkomen? (Lukas 14:28-30) Weten ze hoe het voelt om iets te kopen met geld dat ze zelf hebben verdiend? Weten ze hoeveel voldoening het geeft hun tijd en middelen te gebruiken om anderen te helpen? — Handelingen 20:35.
Het huishouden doen. Kunnen uw dochters en zoons koken? Hebt u hun geleerd hoe ze kleren moeten wassen en strijken? Als ze autorijden, kunnen ze dan simpele onderhoudsbeurten doen, zoals een zekering vervangen, olie verversen of een lekke band verwisselen?
Met mensen omgaan. Als uw grotere kinderen een meningsverschil hebben, treedt u dan altijd op als scheidsrechter en vertelt u hun hoe ze het probleem moeten oplossen? Of hebt u uw kinderen geleerd hoe ze zelf tot een vreedzame oplossing kunnen komen, die ze vervolgens aan u moeten vertellen? — Mattheüs 5:23-25.
Persoonlijke geestelijke routine. Legt u uw kinderen uw geloof op, of probeert u hen te overtuigen door met hen te redeneren? (2 Timotheüs 3:14, 15) Geeft u altijd antwoord op hun vragen over geloof en moraal, of leert u ze hun „denkvermogen” te ontwikkelen en ’hun waarnemingsvermogen te oefenen om zowel goed als kwaad te onderscheiden’? (Spreuken 1:4; Hebreeën 5:14) Wilt u dat ze klakkeloos uw schema van persoonlijke Bijbelstudie overnemen of dat ze zelf een goede routine opbouwen?
Het is waar dat het veel tijd en moeite kost om uw kinderen hierin op te leiden. Maar de voordelen zullen daar ruimschoots tegen opwegen wanneer u op een dag met gemengde gevoelens afscheid van hen neemt.
[Illustratie op blz. 12]
Uit huis gaan is te vergelijken met een trektocht door een natuurgebied — je moet je goed kunnen redden voordat je eraan begint