Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De rol van ouders

De rol van ouders

Kunt u zich nog het moment herinneren waarop u voor het eerst uw pasgeboren zoontje of dochtertje in uw armen hield?

Misschien voelde u zich overweldigd omdat het tot u begon door te dringen wat een grote verantwoordelijkheid het was om het kind de komende jaren te verzorgen en op te voeden.

DE ROL van ouders is tegenwoordig moeilijker dan ooit. De wereld is namelijk een stuk ingewikkelder dan toen u zelf opgroeide. Bepaalde morele dilemma’s waar kinderen nu mee te maken krijgen, bijvoorbeeld op internet, bestonden kort geleden nog helemaal niet.

Hoe kunt u uw kind helpen de morele valkuilen van deze wereld te vermijden? Hier volgen drie suggesties:

1 Maak duidelijk wat uw normen en waarden zijn.

Naarmate kinderen ouder worden, krijgen ze een stortvloed van verwrongen morele ideeën over zich heen — van leeftijdgenoten, maar met name van de media. Zulke negatieve invloeden worden vooral merkbaar als kinderen in de tienerleeftijd komen. Maar uit onderzoek is gebleken dat veel jongeren als het om belangrijke beslissingen gaat, meer waarde hechten aan de mening van hun ouders dan aan die van leeftijdgenoten.

Wat u kunt doen. In het oude Israël kregen ouders de aansporing geregeld met hun kinderen te praten om ze goede normen en waarden bij te brengen (Deuteronomium 6:6, 7). Doe dat ook met uw kind. Als u naar de normen en waarden van de Bijbel probeert te leven, kunt u uw kind uitleggen waarom dit de beste manier van leven is.

 2 Leer uw kind wat de consequenties zijn.

De Bijbel zegt: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). Het principe van oorzaak en gevolg komt in bijna elk aspect van het leven terug. Denk eens aan uw eigen kindertijd. De lessen die u het meest zijn bijgebleven, zijn waarschijnlijk die waarbij u werd geconfronteerd met de consequenties van uw daden.

Wat u kunt doen. Vertel uw kind over mensen met wie het goed afliep of juist niet, afhankelijk van de keuzes die ze hadden gemaakt (Lukas 17:31, 32; Hebreeën 13:7). Laat uw kind de gevolgen ondervinden van fouten die hij of zij maakt. Stel dat uw zoontje door onvoorzichtigheid een autootje van een vriendje kapotmaakt. Dan kunt u van uw zoontje vragen dat hij een van zijn eigen autootjes aan dat vriendje geeft. Uw kind zal deze les over respect voor andermans spullen niet snel vergeten.

3 Werk aan positieve eigenschappen.

Een Bijbelspreuk luidt: „Een kind kent men aan zijn daden, aan wat hij doet zie je of hij eerlijk is en oprecht” (Spreuken 20:11, Groot Nieuws Bijbel). Een kind ontwikkelt in de loop van de jaren een gedragspatroon dat kenmerkend voor hem of haar is. Jammer genoeg komen sommige kinderen bekend te staan om hun negatieve eigenschappen (Psalm 58:3). Maar anderen bouwen een goede reputatie op. De apostel Paulus schreef bijvoorbeeld over de jonge Timotheüs: „Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen” (Filippenzen 2:20).

Wat u kunt doen. Beklemtoon niet alleen wat de consequenties van verkeerd gedrag zijn, maar laat uw kind er ook over nadenken om welke eigenschappen hij of zij graag bekend zou staan. Jongeren kunnen leren om in een moeilijke situatie een goede beslissing te nemen door zich het volgende af te vragen:

In de Bijbel staan veel voorbeelden van mannen en vrouwen die door hun gedrag lieten zien of ze goed of slecht waren (1 Korinthiërs 10:11; Jakobus 5:10, 11). Gebruik deze voorbeelden om uw kind te helpen goede eigenschappen te ontwikkelen.

De publicaties van Jehovah’s Getuigen kunnen u en uw kinderen helpen Bijbelse principes toe te passen.