De Bijbel: Een boek van nauwkeurige profetieën — Deel 8
„Uw koninkrijk kome”
Dit is het laatste deel van een achtdelige serie die ingaat op een bijzonder kenmerk van de Bijbel, namelijk de profetieën (voorspellingen) die erin staan. U zult antwoord krijgen op de vraag: zijn Bijbelprofetieën gewoon door slimme mensen bedacht of zijn er aanwijzingen dat ze van God afkomstig zijn? Wij nodigen u uit het bewijsmateriaal te onderzoeken.
AL ZO’N tweeduizend jaar bidden veel mensen om de komst van Gods Koninkrijk. Dat komt doordat Jezus zijn volgelingen leerde bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde” (Mattheüs 6:10).
Wat is het Koninkrijk waar zo veel mensen om bidden? Het is Gods hemelse regering die alle andere regeringen zal vervangen. Jezus Christus zal er als aangestelde Koning van dit Koninkrijk voor zorgen dat Gods wil in de hemel en op aarde gedaan wordt (Daniël 2:44; 7:13, 14). God zal dit gebed op zijn bestemde tijd verhoren door een eind te maken aan slechtheid en lijden, en door een ontelbare „grote schare” getrouwe aanbidders te redden (Openbaring 7:9, 10, 13-17). Dan ’zullen de rechtvaardigen de aarde bezitten, en er eeuwig op verblijven’ (Psalm 37:29).
Hoe weten we wat de omstandigheden onder Jezus’ regering zullen zijn? Toen hij op aarde was, liet hij zien dat hij het verlangen had om de problemen van de mensheid op te lossen en dat hij daartoe ook in staat was. We zullen aan de hand van vier Bijbelprofetieën bekijken hoe Jezus een voorproefje gaf van wat hij als Koning van Gods hemelse Koninkrijk op wereldwijde schaal zal doen.
Profetie 1:
„Jehovah (...) doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens verbrandt hij in het vuur” (Psalm 46:8, 9).
Vervulling: Jezus Christus, de „Vredevorst”, zal blijvende vrede op aarde brengen. Door onderwijs dat mensen leert vredelievend te zijn en door wereldwijde ontwapening zal Gods Koninkrijk de hele mensheid verenigen in een echte internationale broederschap (Jesaja 2:2-4; 9:6, 7; 11:9).
Feiten
Jezus leerde zijn volgelingen niet om de wapens op te nemen, maar om in vrede met anderen te leven. Toen een van zijn volgelingen zijn zwaard trok om hem te verdedigen, zei Jezus: „Steek uw zwaard weer op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan” (Mattheüs 26:51, 52). Hij zei ook dat ware christenen te herkennen zouden zijn aan hun liefde onder elkaar (Johannes 13:34, 35).
Profetie 2:
„Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn” (Psalm 72:16).
Vervulling: Gods Koninkrijk zal een eind maken aan ondervoeding, voedseltekorten en hongersnoden. Er zal een overvloed aan goed voedsel zijn voor iedereen.
Feiten
Het was overduidelijk dat Jezus oprecht meeleefde met mensen die honger hadden. Daarnaast was zijn wonderbaarlijke vermogen om grote menigten te voeden indrukwekkend. Een getuigenverslag zegt: „Vervolgens gebood hij [Jezus] de scharen op het gras te gaan aanliggen, waarop hij de vijf broden en de twee vissen nam en, opziende naar de hemel, de zegen uitsprak; en nadat hij de broden had gebroken, deelde hij ze uit aan de discipelen en de discipelen deelden ze weer uit aan de scharen. Allen aten derhalve en werden verzadigd, en aan overgebleven brokken haalden zij twaalf manden vol op. Toch hadden ongeveer vijfduizend mannen, de vrouwen en jonge kinderen niet meegerekend, gegeten” (Mattheüs 14:14, 19-21).
Profetie 3:
„Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek’” (Jesaja 33:24). „In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen” (Jesaja 35:5, 6).
Vervulling: Gods Koninkrijk zal een eind maken aan alle ziekten en kwalen. De blinden zullen weer zien en de doven zullen weer horen. Niemand zal ooit nog medicijnen, een ziekenhuis of een arts nodig hebben.
Feiten
Toen Jezus mensen over Gods Koninkrijk onderwees, toonde hij dat hij om mensen gaf door hun ziekten en handicaps te genezen. Zo liet hij op kleine schaal zien wat hij wereldwijd zal doen als Koning van Gods hemelse Koninkrijk (Lukas 7:22; 9:11).
Profetie 4:
„Voor altijd doet hij [God] de dood teniet” (Jesaja 25:8, „De Nieuwe Bijbelvertaling”).
Vervulling: Tijdens Jezus’ regering zullen degenen „die in de herinneringsgraven zijn” tot leven gewekt worden in een paradijs op aarde (Johannes 5:28, 29). Jezus zal onze grootste vijand, de dood, overwinnen, zodat we eeuwig kunnen leven (Psalm 37:29).
Feiten
Jezus heeft op zijn minst drie keer laten zien dat hij de macht heeft om iemand die dood is tot leven te wekken (Lukas 7:11-15; 8:41-55; Johannes 11:38-44). Nadat hij zelf was gestorven, konden zo’n vijfhonderd ooggetuigen bevestigen dat hij uit de dood was opgewekt (1 Korinthiërs 15:3-8).
In deze achtdelige artikelenserie zijn heel wat Bijbelprofetieën besproken die uitgekomen zijn. Uit deze en veel andere profetieën blijkt dat de Bijbel niet gewoon het werk is van slimme mensen, maar dat dit boek is geschreven onder leiding van God. Er kan geen twijfel over bestaan dat „de gehele Schrift” het Woord van God is (2 Timotheüs 3:16).
Omdat de Bijbel een boek is van onfeilbare profetieën, kunnen we vertrouwen hebben in de volgende belofte: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:10, 11).