PLANTEN halen met behulp van een ingewikkeld proces, fotosynthese genaamd, energie uit zonlicht om voedsel te produceren. Onderzoek naar bepaalde soorten laat zien dat ze nog iets bijzonders doen: ze berekenen de ideale snelheid om ’s nachts hun voedsel te verbruiken.

Wetenswaardigheid: Overdag zetten planten koolstofdioxide uit de atmosfeer om in zetmeel en suikers. Veel planten verbruiken ’s nachts het zetmeel dat ze overdag hebben opgeslagen, waardoor ze kunnen blijven functioneren en groeien en niet verhongeren. Nog indrukwekkender, ze verbruiken het opgeslagen zetmeel op precies de juiste snelheid — niet te snel en niet te langzaam — zodat ze tegen de ochtend zo’n 95 procent ervan hebben verbruikt. Dan maken ze weer een nieuwe voorraad aan.

Die conclusies zijn gebaseerd op onderzoek naar de Arabidopsis thaliana, een plant uit de kruisbloemenfamilie. Onderzoekers ontdekten dat deze plant zijn voorraad zetmeel zorgvuldig verdeelt op basis van de duur van de nacht, of dat nu 8, 12 of 16 uur is. Zo bepaalt de plant de beste verbruikssnelheid.

Hoe weet een plant hoeveel voorraad hij heeft? Hoe meet hij tijd? En welk mechanisme gebruikt hij om berekeningen te maken? Misschien dat verder onderzoek deze vragen kan beantwoorden.

Wat denkt u? Is het wiskundig vermogen van planten door toeval ontstaan? Of is het ontworpen?