Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Tel Arad — Een stille getuige

Tel Arad — Een stille getuige

Tel Arad — Een stille getuige

Een verdwenen stad. Een mysterieuze tempel. Een rijkdom aan oude inscripties. Dat klinkt als de basis voor een spannende film. Maar dit alles en nog meer heeft eeuwenlang onder lagen woestijnzand verborgen gelegen in het in Israël gelegen Tel Arad, totdat archeologen daar gingen graven.

HET hedendaagse Arad komt op veel bezoekers over als een typisch Israëlische stad. Het telt 27.000 inwoners en ligt in de wildernis van Juda ten westen van de Dode Zee. De oude Israëlitische stad Arad lag echter een kilometer of acht westelijker. Daar hebben archeologen zorgvuldig lagen zand verwijderd en zo een schat aan bouwwerken en inscripties blootgelegd.

Die inscripties zijn gevonden op ostraka, stukken aardewerk die als schrijftabletten werden gebruikt. Dat werd in Bijbelse tijden algemeen gedaan. Wat de opgravingen in Tel Arad hebben opgeleverd, is bestempeld als de rijkste collectie van zulke ostraka die ooit in Israël gevonden is. Maar hoe waardevol zijn die archeologische opgravingen?

De vondsten in Tel Arad bestrijken een lange periode van de Bijbelse geschiedenis, vanaf de tijd dat de rechters over Israël regeerden tot aan de Babylonische inval in Juda in 607 voor onze jaartelling. Deze ontdekkingen dragen dus bij aan de bevestiging van de nauwkeurigheid van de Bijbel. Ze verschaffen ook verhelderende voorbeelden van de manier waarop mensen in het oude Israël over het gebruik van Gods naam dachten.

Arad en de Bijbel

Het is waar dat de Bijbel betrekkelijk weinig over Arad schrijft. Maar de strategisch gelegen stad beheerste eens een zeer belangrijke handelsroute. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat uit historische verslagen en archeologische ontdekkingen blijkt dat deze oude stad in de loop van haar veelbewogen geschiedenis herhaaldelijk veroverd, verwoest en herbouwd is. Door dat voortdurende herbouwen ontstond een indrukwekkende tel of ruïneheuvel.

De Bijbel maakt voor het eerst melding van Arad in het verslag over het laatste deel van de veertigjarige tocht door de wildernis van de Israëlieten. Kort na de dood van Aäron, Mozes’ broer, trok Gods volk dicht langs de zuidgrens van het beloofde land. De Kanaänitische koning van Arad vond deze mensen die door de wildernis zwierven kennelijk een te verleidelijk doelwit om hen ongemoeid te laten. Hij ging tot de aanval over. Met de hulp van Jehovah God vochten de Israëlieten dapper terug, behaalden een totale overwinning en maakten Arad met de grond gelijk, hoewel sommige inwoners het kennelijk overleefd hebben. — Numeri 21:1-3.

De Kanaänieten hebben hun strategische stad snel herbouwd. Toen Jozua het gebied een paar jaar later vanuit het noorden binnenviel en de Kanaänieten systematisch uit „het bergland en de Negeb” verwijderde, was een van zijn tegenstanders „de koning van Arad” (Jozua 10:40; 12:14). Later vestigden nakomelingen van de Keniet Hobab, die zich tijdens de tocht door de wildernis ter ondersteuning bij het kamp van Israël aangesloten had, zich in dit deel van de Negeb. — Rechters 1:16.

Archeologische vondsten

De ruïnes van Tel Arad verschaffen ons interessante aanvullende informatie over latere gebeurtenissen in het Bijbelse verslag. Zo hebben archeologen een reeks versterkingen gevonden. Sommige daarvan kunnen heel goed dateren uit de regeringsperiode van koning Salomo, die bekendstond om zijn omvangrijke stedenbouwkundige projecten (1 Koningen 9:15-19). Eén laag van de opgraving getuigt van een totale verwoesting door vuur en zou dateren uit het begin van de tiende eeuw voor onze jaartelling. Dergelijke vondsten passen in de tijd dat de Egyptische koning Sisak het land binnenviel, slechts vijf jaar na Salomo’s dood. In Karnak in Zuid-Egypte wordt die inval herdacht op een muurreliëf, waarop Arad vermeld staat als een van de vele overwonnen steden. — 2 Kronieken 12:1-4.

Het is zeer interessant dat op veel van de ongeveer tweehonderd ostraka die gevonden zijn, Hebreeuwse namen staan die ook in de Bijbel voorkomen, zoals Pashur, Meremoth en de zonen van Korach. Sommige van die wereldlijke documenten zijn nog interessanter omdat Gods persoonlijke naam erop voorkomt. Die eigennaam bestaat uit de vier Hebreeuwse letters יהוה (JHWH), vaak het Tetragrammaton genoemd, en is uniek voor de almachtige God. Later bracht bijgeloof velen tot de overtuiging dat het uitspreken of schrijven van Gods naam heiligschennis is. De vondsten in Tel Arad, maar ook die op veel andere plaatsen, bevestigen echter dat in Bijbelse tijden Gods naam algemeen gebruikt werd in het dagelijks leven, bij begroetingen en in zegenwensen. Zo luidt een inscriptie: „Aan mijn heer Eljasib. Moge Jahweh [Jehovah] zich om uw welzijn bekommeren. . . . Hij verblijft in de tempel van Jahweh.”

Maar hoe staat het met die mysterieuze tempel die in het begin werd genoemd? Een bouwwerk in Tel Arad dat aanleiding is geweest tot veel gissingen is een tempelcomplex, compleet met altaar, uit de Judese periode. Hoewel het veel kleiner is dan Salomo’s tempel in Jeruzalem, vertoont het veel overeenkomsten met dat heilige bouwwerk. Waarom en wanneer werd de tempel van Arad gebouwd? Hoe werd hij gebruikt? Daarover kunnen archeologen en historici slechts speculeren.

Jehovah had duidelijk verordend dat de tempel in Jeruzalem het enige voor hem aanvaardbare centrum was voor de viering van jaarlijkse feesten en het brengen van slachtoffers (Deuteronomium 12:5; 2 Kronieken 7:12). De bouw en het gebruik van de tempel van Arad waren dus in strijd met Gods Wet en hebben misschien plaatsgevonden in een periode waarin alternatieve altaren en riten velen ertoe brachten de zuivere aanbidding te verlaten (Ezechiël 6:13). Als dat het geval is, werd dit centrum van valse aanbidding waarschijnlijk verwoest tijdens de grondige hervormingen door Hizkia en Josia in de achtste en zevende eeuw voor onze jaartelling. — 2 Kronieken 31:1; 34:3-5, 33.

Het is duidelijk dat het weinige van Arads verleden dat er nog is, wel belangrijke lessen voor ons bevat. Van onder het zand van eeuwen zijn artefacten tevoorschijn gekomen die de nauwkeurigheid van de Bijbel bevestigen, die getuigen van de opkomst en val van een verdorven imitatie van de ware aanbidding, en die voorbeelden verschaffen van het eerbiedige dagelijkse gebruik van Jehovah’s naam.

[Kaart/Illustratie op blz. 23]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

JERUZALEM

Dode Zee

Arad

Tel Arad

[Verantwoording]

Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.

[Illustratie op blz. 24]

Detail van het muurreliëf in Karnak (Egypte)

[Verantwoording]

Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.

[Illustratie op blz. 25]

Deze inscriptie luidt gedeeltelijk: „Moge Jahweh [Jehovah] zich om uw welzijn bekommeren”

[Verantwoording]

Photograph © Israel Museum, Jerusalem; courtesy of Israel Antiquities Authority

[Illustratie op blz. 25]

Gedeelte van het tempelcomplex in Tel Arad

[Illustratie op blz. 25]

Blik op de vesting Tel Arad vanaf de oostkant

[Illustratieverantwoording op blz. 25]

Todd Bolen/Bible Places.com