Zal de aarde altijd voldoende opbrengen om het leven in stand te houden?
Veelgestelde vragen
Zal de aarde altijd voldoende opbrengen om het leven in stand te houden?
▪ Onze prachtige planeet, de aarde, heeft een enorme capaciteit om het leven in stand te houden. Maar door de groeiende bevolking en het alarmerende tempo waarin de overvloedige hulpbronnen van de aarde worden verslonden, zouden we ons af kunnen vragen: zou het ondenkbare echt kunnen gebeuren, of zullen er altijd voldoende hulpbronnen en voedsel zijn?
In verband met die vraag is het geruststellend een belofte te lezen die God ruim vierduizend jaar geleden aan de mensheid heeft gedaan: „Want al de dagen dat de aarde blijft, zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, nimmer ophouden” (Genesis 8:22). Dus net zo zeker als we weten dat de zon elke dag zal schijnen, kunnen we erop vertrouwen dat de aarde altijd zal blijven voortbrengen wat er nodig is voor de instandhouding van het leven.
In een rapport uit 2004 met als titel „Kan de planeet ons voeden?” verklaarde Alex Kirby, die over milieukwesties schrijft: „De wereld brengt inderdaad voldoende op om iedereen te voeden. Maar het voedsel is vaak op de verkeerde plaats, of onbetaalbaar, of kan niet lang genoeg opgeslagen blijven. Ervoor zorgen dat iedereen genoeg te eten heeft, is dus eerder een politiek dan een wetenschappelijk probleem.” Bij de juiste supervisie over de aarde en een doeltreffend beheer van haar hulpbronnen hoeft er geen reden te zijn om een tekort te vrezen. In de tijd van het oude Israël bijvoorbeeld gaf God duidelijke aanwijzingen voor een juist gebruik van het land. Zoals in Leviticus 25:4 opgetekend staat, zei God tegen de Israëlieten: „In het zevende jaar dient er een sabbat van volkomen rust voor het land plaats te hebben (...) Uw veld moogt gij niet bezaaien.” Hoewel het land elk zevende jaar niet bewerkt mocht worden, beloofde God dat hij ervoor zou zorgen dat het volk goede dingen in overvloed zou hebben en niet zou hoeven tobben over mogelijke schaarste (Leviticus 26:3-5).
Ondanks het feit dat er tegenwoordig toch ook wel moeite wordt gedaan om de schade die de aarde en haar hulpbronnen is toegebracht te herstellen, maken velen zich zorgen dat die inspanningen te beperkt en te laat zijn. De enige blijvende oplossing vinden we in Openbaring 11:18. Daar zegt de Bijbel dat Jehovah ’hen zal verderven die de aarde verderven’. Jehovah zal niet alleen een eind maken aan het wanbeheer van de aarde en haar hulpbronnen, maar er ook voor zorgen dat de aarde overvloedige oogsten zal voortbrengen voor al haar bewoners. Alle hardnekkige onverschilligheid tegenover Gods voornemen en alle uitbuiting van de aarde uit zelfzuchtig persoonlijk gewin zal een halt worden toegeroepen. Degenen die gewillig Jehovah’s heerschappij steunen, zullen daarentegen de realiteit ervaren van de woorden in Psalm 72:16: „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn.”
Het is Jehovah’s oneindig liefdevolle en wijze voornemen dat de mensheid op een paradijselijke aarde zal wonen en er zorg voor zal dragen (Genesis 1:28). Onder zijn heerschappij zal de gehoorzame mensheid leren de natuurlijke hulpbronnen verstandig te gebruiken, zonder de overvloedige voorraden van de aarde te plunderen. Wat kunnen we dankbaar zijn zo’n liefdevolle Verzorger te hebben, die het verlangen van al wat leeft zal vervullen! — Psalm 145:16.
[Inzet op blz. 22]
’Ervoor zorgen dat iedereen genoeg te eten heeft, is eerder een politiek dan een wetenschappelijk probleem’