Eritrea is een land waar Jehovah’s Getuigen de laatste jaren bijzonder zwaar vervolgd worden. Op 17 september 2019 zaten drie broeders, Paulos Eyasu, Isaac Mogos en Negede Teklemariam, 25 jaar in de gevangenis. Daarnaast zitten nog eens 39 broeders en 10 zusters vast.

Al deze broeders en zusters zijn nooit aangeklaagd, voor een rechter verschenen of veroordeeld. Ze weten niet wanneer ze worden vrijgelaten. Er zijn vier broeders in de gevangenis gestorven en drie zijn na hun vrijlating overleden vanwege de extreme omstandigheden waaronder ze hadden vastgezeten.

De vervolging in Eritrea nam toe vanaf 25 oktober 1994, ongeveer anderhalf jaar nadat Eritrea onafhankelijk was geworden van Ethiopië. De nieuwe president verklaarde dat Getuigen van Jehovah die in Eritrea waren geboren, niet langer als staatsburger werden beschouwd, voornamelijk omdat ze vasthielden aan hun christelijke neutraliteit. De president ontnam hun ook fundamentele burgerrechten. Het is voor Jehovah’s Getuigen onder andere niet mogelijk een volledige schoolopleiding te volgen, een bedrijf te hebben of naar een ander land te reizen.

De laatste jaren hebben belangrijke mensenrechtenorganisaties hun groeiende bezorgdheid geuit over het feit dat Eritrea internationale mensenrechtennormen opzettelijk negeert, onder andere in het geval van onze geloofsgenoten. Eritrea heeft de aanbevelingen van die instanties niet opgevolgd.

Zie: ‘SPECIAAL RAPPORT: De vervolging van Jehovah’s Getuigen in Eritrea’

We zullen overheidsinstanties en functionarissen op de hoogte houden van de situatie in Eritrea. Onze broeders en zusters tonen veel geloof en moed ondanks wrede vervolging. We stellen ons vertrouwen in Jehovah, hun Helper en ‘de rots waar ze schuilen’ (Psalm 94:22).